Skip to content

Lijstjes terreur

Het lukt me steeds beter om een dag niet door mijn to-do lijstje te laten bepalen, maar te volgen waar ik werkelijk zin in heb; mijn denken uitschakelen, afdalen in mijn lichaam, daar voelen waar ik zin in heb en dit rücksichtslos volgen.

Klinkt simpel, hè?! Maar natuurlijk weet ik dat het dat niet is en ik snap ook dat het niet gaat als er vaste afspraken in je agenda staan. Ergens vind ik het ook altijd nog eng. Mijn denken wil namelijk niet uitgeschakeld worden, dat wil meebeslissen! Angst voor te weinig of tekort ligt, als zzp’er, altijd op de loer. Heb er dan ook best lang over gedaan, voordat ik stond waar ik nu sta.

Dat het me toch steeds beter lukt, komt omdat er meer dan ooit een soort van weten is dat het allemaal niet zoveel uitmaakt. Of ik nou voor het één of het ander kies, er is een gek soort besef dat het er allemaal niet zoveel toe doet.

En als het dan toch niet zoveel uitmaakt, waarom dan niet kiezen voor wat mij op dat moment het fijnste of het leukste lijkt? Daar krijg ik namelijk de meeste energie van, niet van mijn to-do lijstje… Heb door deze manier van werken al ontzettend veel wandelingetjes gemaakt en middagdutjes gedaan. En het gekke is, het werk komt toch af. Niet alles en niet altijd op de geplande dag, maar toch, wat belangrijk is, komt af. En nog belangrijker: ik hou mijn energie hoog.

Wel heb ik met mezelf de afspraak dat, als ik op deze manier bij mezelf in-tune, ik ook echt volg wat opkomt. Anders kan ik wel tot sint juttemis gaan wachten voordat ik me eigen flow ga volgen. Als je geen actie verbindt aan wat je voelt, gebeurt er niet zoveel.

Zo zit ik hier op woensdagochtend op mijn bed te schrijven terwijl ik naar de vogels in de tuin kijk. Eigenlijk ga ik op woensdagochtend altijd met Michael mee naar de Yogales. Maar ik had vanochtend geen zin en mijn lichaam vond dat ik beter kon blijven liggen. Mijn hoofd was het daar niet mee eens, die vond het juist beter om mijn dag actief te beginnen; Yoga is goed voor je, het is een ontspannen start van je werkdag enzovoort.

En nu kun je zeggen, makkelijk om hier niet naar je hoofd te luisteren, de consequenties zijn immers niet zo groot, maar toch, vroeger zou ik dit niet gedaan hebben. Luisteren naar de zachte stem van mijn hart is begonnen met kleine, alledaagse keuzes, als oefening voor de grote.

Het resultaat van dit volgen was overigens weer verassend groot. Ik heb heerlijk uitgeslapen en toen ik eenmaal wakker was, heb ik een half uur in mijn bed voor me uit liggen staren terwijl de enige gedachte die langskwam was dat ik gewoonlijk altijd aan mijn to-do lijstje denk, ook in mijn vrije tijd. En nu dus niet.

Vervolgens ben ik op de rand van mijn bed gaan zitten en heb ik mijn voeten gemasseerd. Dit deed ik terwijl ik uitkeek op een boom waar nog een paar dode bladeren aanhingen en vijf duiven inzaten. Op de kale rozenstruikjes hipte twee koolmeesjes en een pimpelmeesje op en neer. Op de grond pikte merels in een rot sierappeltje. De poes van de buren ligt op het bed van mijn dochter te slapen, bedacht ik mij. Vandaar dat ie vogels de vrijheid hebben. Dit was gedachte twee.

En toen besloot ik om mijn boekje te pakken en dit alles op te gaan schrijven. Fijn, zo’n onverwachtse, onthaastende vrije ochtend. Voel me intens uitgerust. Niets mis met het hoofd, maar het moet niet teveel bepalen en ook niets mis met to-do lijstjes, maar die moeten alleen in mijn hoofd zitten als ik er daadwerkelijk naar kijk. En dan nog zijn ze alleen een geheugensteuntje voor wat er nog moet gebeuren, wanneer is maar de vraag.

En nu moet ik stoppen, want ik heb zo een Zoom afspraak en wil me nog rustig kunnen voorbereiden. Al moet ik me daar nu al een beetje voor haasten haha.

Liefs! Petulia

Deze blog wordt geschreven door Petulia van Tiggelen. Samen met haar partner Michael Hulst begeleidt zij mensen met aanhoudende (pijn)klachten, relatieproblemen en zingevingsvraagstukken. Daarnaast ontwikkelden zij het opleidingstraject Scholing in Bewust Creëren. Voor meer informatie zie de website The Present.nu

Blog de Omgekeerde Wereld

Winterbuideltje

We zaten bij mijn moeder thuis met de hele familie aan een lange tafel voor het kerstdiner. Mijn moeder houdt niet van koken en mijn vader niet van diners, dus zolang als ik me kan herinneren koken wij, haar dochters, met kerst.

Later, toen we allemaal uit huis waren en mijn moeder in de binnenstad ging wonen, verplaatste het kerstdiner zich daar naartoe. Mijn zussen en ik deelde de gangen op en bereidde deze thuis voor zodat we alleen nog maar iets op hoefde te warmen of een laatste hand hoefde te leggen aan een salade ofzo.

Dit jaar was ik eigenlijk ziek, dus het koken, ik zou het tussengerecht en toetje maken, viel me best zwaar. Michael hielp mee, foeterend, want ik had weer eens van alles bedacht en waar het op neerkwam was dat hij voornamelijk bezig was om het uit te voeren, zoals wel vaker. Plannen is niet mijn sterkste kant 😉

Als tussengerecht had ik bedacht om een ‘winterbuideltje’ te maken. Het was een dunne, als een buideltje bij elkaar gebonden crêpe met daarin ragout van gemengde paddenstoelen, peterselie en room. De ragout had ikzelf gemaakt. Bij mijn moeder warmde we de 14 buideltjes nog even op in de oven en daarna gingen ze zo op het wit porseleinen servies wat nog van mijn oma is geweest. Het zag er heel leuk uit.

Iedereen vond het lekker, maar zelf was ik niet tevreden. Ik proefde te weinig peterselie en er had meer Cayenne peper bij gemogen. Nee, dit kon beter en ik werd me daar bij elke hap bewuster van.

Ik vroeg aan mijn zus die naast me zat wat zij ervan vond. Zij vond het heerlijk! Met dat antwoord was ik niet tevreden, sterker, ik geloofde het niet, want ik proefde zelf duidelijk dat er iets miste. ‘Mis je niet een beetje meer smaak?’, vroeg ik haar. Nee, dat romige vond ze juist lekker. Toen vroeg ik het aan mijn dochter die tegenover me zat. Die zei; misschien had er inderdaad wel iets meer peper in gekund. Met dat antwoord was ik al meer tevreden, maar het was nog niet voldoende.

Ik ging door naar mijn zoon die schuin tegenover me zat. Hij is een heel verdienstelijke thuiskok. Hij zal vast kritischer zijn, zo dacht ik. Niets bleek minder waar! Hij vond het echt heel lekker. Nu werd ik er zelfs een beetje geïrriteerd van. Waarom vertelde niemand mij de waarheid?!

Mijn zus naast me begon over mijn perfectionisme en de hoge lat die ik vaak neerleg en op dat moment besefte ik, dat ik als in een soort van nauw bewustzijn bezig was mijn gelijk te halen. Namelijk; dat de smaak niet goed genoeg was.

Door dit te zien kon ik het loslaten, later dacht ik erover na. Wat gebeurde hier nou?

Op één of andere manier had ik mijn idee bevestigd willen zien. Ik was hier zelf van overtuigd en wilde dat anderen mijn overtuiging deelde, ook al was die negatief. Ik was toch zeker niet gek?! Het was gewoon niet goed genoeg! Iemand die iets anders zei vertrouwde ik niet, die loog. Hier schrok ik wel even van.

Michael zei; ‘En dat is niet alleen daar, hè, dat je bevestiging wil, je wil altijd bevestiging voor wat je zelf gelooft.’ En dat begreep ik wel, want als je de enige bent die iets gelooft dan kom je alleen te staan en dat voelt helemaal niet fijn. Je zoekt dus altijd naar geestverwanten, mensen die hetzelfde geloven als jij. Ook als het om grote dingen gaat.

Terug naar de winterbuideltjes. Oké, ik vond dat de smaak beter had gekund. Niemand anders vond dat zo expliciet als ik. Ik stond hier dus alleen in en nu zocht ik niet meer naar erkenning buiten me, maar voelde ik hoe het was om hier alleen in te staan. ‘Kom maar’, zei ik tegen mezelf, ‘je mag echt als enige vinden dat er meer peterselie en Cayenne peper in had gemoeten.’

En met dat ik me kon verbinden met dit eenzame gevoel, verzachtte het en kon ik ook weer geloven dat anderen het oprecht lekker hadden gevonden.

Michael zei: ‘Als je je niet wil verbinden met een negatief gevoel, zoekt het een weg naar buiten. Het zoekt medestanders, wijst schuldigen aan, maar wat het werkelijk wil is verbinden met jou.’

En zo gaat het telkens maar weer om alles wat je voelt te erkennen zodat het niet op zoek hoeft naar bevestiging buiten je. Dat zou in het kader van; ‘Jij moet geloven wat ik geloof!’ Of; ‘Je liegt, want ik geloof iets anders!’ een hoop destructie in de wereld schelen.

Liefs! Petulia

Deze blog wordt geschreven door Petulia van Tiggelen. Samen met haar partner Michael Hulst begeleidt zij mensen met aanhoudende (pijn)klachten, relatieproblemen en zingevingsvraagstukken. Daarnaast ontwikkelden zij het opleidingstraject Scholing in Bewust Creëren. Voor meer informatie zie de website The Present.nu

Mijn angst om niets te bieden te hebben.

‘Als je bang bent dat je niets te bieden hebt, kun je ook niets ontvangen.’ Dat zei Michael tegen mij naar aanleiding van wat ik vertelde over een Biodanza oefening die ik gedaan had.

Sinds 2 jaar doe ik aan Biodanza, een soort van vrije dansexpressie waarbij je veel oefeningen samen doet en de verbinding met elkaar zoekt zonder woorden.

Bij de oefening waar ik Michael over vertelde stond ik tegenover een andere danser. Ik zag hoe zij met gesloten ogen heel zorgvuldig en met heel veel aandacht een stukje van haar hart, iets kwetsbaars van zichzelf in ieder geval, in het kommetje van haar handen legde. Vervolgens keek ze op en bood het mij met een stralende glimlach aan. Ik pakte de kostbaarheid uit haar handen en toen stokte ik.

Want plotseling dacht ik: kan ik dit wel zomaar aannemen? Verwacht ze dan zo dadelijk niet iets kostbaars van mij terug? En nog belangrijker; heb ik dat wel te bieden?! Dit alles bedacht ik in een split second.

Opnieuw keek ik naar haar en zag haar liefdevolle, maar ook verwachtingsvolle blik; nee ik hoef niks terug te geven, zag ik. Ze wil gewoon heel graag dat ik dit stukje van haar aanneem.

En toen bracht ik wat zij te geven had, in mijn handen naar mijn hart en liet het daar door mij heen stromen. En als vanzelf, in één vloeiende beweging, gaf ik een stukje van mij aan haar terug. Ik dacht hier niet over na, ik gaf het gewoon.

En ze nam dit met zoveel dankbaarheid aan, liet het over zich heen stromen, koesterde het intens, dat het me diep raakte. Ik werd er helemaal tintelig van.

Het voelde alsof ze mij echt ontving. En hoe fijn was het wel niet om zo volledig ontvangen te worden!

Als ik was blijven hangen in mijn angst om niets te bieden te hebben, dan had ik mij ingehouden en hadden we elkaar nooit zo kunnen ontvangen. Zo’n overtuiging zit dan als een error in de weg om werkelijk verbinding te maken met een ander. En dat bracht Michael tot de uitspraak; als je bang bent niets te bieden te hebben, kun je ook niets ontvangen.

Liefs! Petulia

Deze blog wordt geschreven door Petulia van Tiggelen. Samen met haar partner Michael Hulst begeleidt zij mensen met aanhoudende (pijn)klachten en zingevingsvraagstukken. Daarnaast ontwikkelden zij het opleidingstraject Bewust Creëren. Voor meer informatie zie de website The Present.nu

het wegvallen van ego

Wegvallen van ego

Wij, Michael en ik, hebben deze zomer een maand doorgebracht in ons huisje in Ermelo op de Veluwe en we hebben meteen maar een grote klus aangepakt; het hele tuinpad plus schutting en hekwerk vernieuwd. Michael ging daar te ver in door en zat op een gegeven moment met armen die als lamme vleugels aan zijn schouders hingen, ze wilden het echt niet meer doen. Zelfs een theekopje oppakken was al teveel.

En zoals dat gaat in onze relatie grepen we het moment aan om te onderzoeken waarom hij zo lang was doorgegaan. De ‘usual suspects’ kwamen langs; willen presteren, doorgaan als het tegen zit, mij uit de wind willen houden, en belangrijk zijn; Michael die verantwoordelijk is voor alles wat er gedaan moet worden.

Inzicht hierin gaf direct verlichting. In de letterlijke zin dat zijn armen iets minder pijnlijk werden, maar niettemin hadden ze nog wel een paar dagen rust nodig. Op een van die rustdagen zaten we op ons vlonderterras achter ons huisje met uitzicht op groene graslanden omzoomd door kleine slootjes en bomen. Het was het einde van de dag en in de verte sprongen een paar reetjes voorbij.

Ik vroeg Michael naar een bepaald inzicht over het ego dat hij een paar dagen geleden had gehad. Ik wilde dat nog opschrijven, maar hij wist het niet meer. En omdat hij het niet meer wist begon hij een totaal ander verhaal over het ego te vertellen. Ook interessant, dacht ik. En ik probeerde alles zo vlug mogelijk op te schrijven. Hierbij een relaas van ons gesprek:

Michael: ‘Elke gedachte of overtuiging van het ‘ik’ kleurt je ego verder in; je bent een man, een yogadocent, getrouwd enz.  Zo zet je je eigen verhaal neer en dat verhaal moet in stand gehouden worden. Het liefst wil je dat het een sterk verhaal is; je moet goed zijn of mooi zijn of heel nuttig en in mijn geval belangrijk zijn. Dat wordt dan een deel van mijn ik. Tegelijkertijd mag het tegenovergestelde deel er niet zijn. Ik mag dus niet onbelangrijk zijn, want dat klopt niet met hoe ik mijn ‘ik’ heb opgebouwd.

Mijn ego hecht dus veel waarde aan belangrijk zijn. Het tegenovergestelde, me onbelangrijk voelen, probeert het te vermijden. Door in mijn geval die onbelangrijkheid aan te gaan, volledig te belichten, wordt een stukje ego van mij geneutraliseerd. Het valt in wezen weg.

En ook de strijd valt weg, ik hoef immers het verhaal van ‘belangrijk zijn’ niet meer in stand te houden. Het is niet voor niks dat mensen naar een groep toetrekken die hetzelfde is als zijzelf; zelfde geloof, ras, afkomst, dat gaat allemaal om hetzelfde principe. Je wil je eigen verhaal in stand houden en die bevestiging vind je bij mensen die er hetzelfde over denken als jij.

En als je dan andere overtuigingen en meningen tegenkomt, dan is dat eng en misschien ga je er zelfs wel voor vechten om jouw verhaal in stand te houden.’ Petulia:’ Zo ontstaan oorlogen.’ Michael: ‘Ja, en zo kleur je in de loop van je leven je persoonlijkheid in met allerlei waarheden.’ Petulia: ‘En daar is het ego uit opgebouwd.’ Michael: ‘ja.’

Michael: ‘Jij vroeg net iets wat ik niet meer wist. Toen ontstond er chaos in mijn hoofd, kortsluiting. Daar zat ik zo even nog tegen te strijden, maar nu mag het er zijn. Naar chaos wil mijn denken absoluut niet toe. Dus chaos is altijd weg van het denken en daarmee ook weg van het ego.  Als chaos er wel mag zijn, dan komt er een hoger bewustzijn, omdat het lagere bewustzijn, het denken, niet meer in de weg zit.

Michael staart voor zich uit en ik vraag: ‘Hoe is het in de chaos?’ Michael: ‘Als je echt bij die kortsluiting of paniek of bevriezing kan blijven, als je er totaal niet meer tegen vecht en het bewust beleefd mag worden, dan ontstaat er stilte.’

Petulia: ‘Dan kom je voorbij het ego en ontstaat er rust.’ Michael: ‘Zo zou je het kunnen zeggen. Het omarmen van die stilte geeft rust. Het geeft een gevoel van; ooo dit is lekker zeg. Het is een gevoel, geen gedachte. Het ‘ik’ bestaat niet meer, niet echt. Dit is niet het tegenovergestelde van strijd, het is het ontbreken van strijd. Ook angst verdwijnt. Je kunt alleen zeggen wat het niet is. En wat het wel is.. kan je niet omschrijven, want daar kan het ego niet bij.

Daarom is het zo moeilijk om liefde uit te leggen. Hoe kan je liefde uitleggen aan ego’s die onderscheid maken? Die verdelen in plaats van verbinden? In liefde kan een ‘ik’ niet zijn. Hoe kan je vrede uitleggen aan iemand die strijd? Zolang er een ‘ik’ is, is er geen vrede. Dus tegen ego’s kun je alleen maar zeggen wat het niet is. Ik heb liefde ook nooit gesnapt.’

Petulia: ‘En nu wel?’ Michael: ‘Wel meer ja.’ Petulia: ‘Hoezo?’ Michael: ‘Omdat er nu momenten zijn dat het ego even wegvalt of op een heel laag pitje staat.’ Petulia: ‘Ik kan dat soms voelen bij jou.’ Michael: ‘En ik heb het gevoel dat dit nog maar het topje van de ijsberg is. Zolang we ego’s zijn doen we eigenlijk alleen maar nutteloze dingen en ook weer niet, want je leert van die nutteloze dingen.

Alles begint wakker te worden. Zo stil als het net was…’ Michael valt nu letterlijk stil, ik vul hem aan: ‘zo helder en scherp is het nu.’ ‘Ja’ zegt hij. ‘Zelfs de haan (die in de verte kraait) klinkt hard.’ Er landt een bij op zijn slipper en hij zegt: ‘Die zit op de verkeerde bloem.’ We moeten er samen om lachen, het gesprek is over.

Scholing in Bewust Creëren

Het Scholingstraject Bewust Creëren gaat over het veranderen van je perceptie door transformatie van oude patronen. Je gaat je eigen verhaal op een andere manier bekijken en verruimt zo je mogelijkheden.

Vrijdag 4 oktober starten we met een nieuwe groep van dit persoonlijke ontwikkeltraject. Geïnteresseerd? Bekijk dan de volgende link: https://www.thepresent.nu/bewust-creeren-groepstraject/

Liefs! Petulia

Deze blog wordt geschreven door Petulia van Tiggelen. Samen met haar partner Michael Hulst begeleidt zij mensen met aanhoudende (pijn)klachten en zingevingsvraagstukken. Daarnaast ontwikkelden zij het opleidingstraject Bewust Creëren. Voor meer informatie zie de website The Present.nu

Ik ben een malloot

Ik had een paar dagen geleden aan Michael gevraagd of hij een berichtje wilde re-posten op zijn LinkdIn. Het was een stukje uit een oud interview met hem en het zou leuk zijn als het behalve op mijn account ook op zijn LinkdIn account zou staan.

Hij schreef het op zijn to-do lijst en had er duidelijk geen zin in. Vandaag vroeg hij of ik wilde meekijken naar wat hij er dan bij moest zetten. We gingen er samen voor zitten en waren net bezig met een paar persoonlijke regels tekst, toen de huistelefoon afging.

De huistelefoon is de vaste telefoonlijn en mijn instinctieve reactie is om deze direct op te nemen. Eigenlijk bellen alleen mijn kinderen en ouders nog via deze lijn en bovendien ben ik nog van de generatie die sowieso altijd automatisch de telefoon opneemt als die overgaat (dat is bij mijn kinderen wel anders…).

Maar Michael zei: ‘je hoeft niet op te nemen, hè’. En dus bleef ik zitten. Vervolgens herhaalde hij het nog 3 keer want hij zag me zenuwachtig naar het toestel kijken. Nee, dacht ik, dat hoeft dus niet, maar het leidt wel af!

Eigenlijk had ik gehoopt dat na 4 keer overgaan het antwoordapparaat aan zou gaan en ik zou horen dat het om een niet dringende boodschap ging, maar kennelijk stond deze uitgeschakeld en de telefoon bleef maar overgaan.

Uiteindelijk liep ik toch naar het toestel toe, pakte hem op en tuut, tuut, tuut, de verbinding werd net verbroken…  Ook kon ik niet meer zien wie er gebeld had.

Ik liep terug naar Michael en zei geïrriteerd: ‘Dit werkt dus niet. Ik had beter meteen die telefoon kunnen oppakken, dan had ik direct geweten of het iets dringends was en als het niet dringend was geweest zou ik gezegd hebben dat ik later terug zou bellen en dan zouden we nu al klaar zijn geweest met dat stomme LinkedIn bericht!’ Want dat was nu nog steeds niet af.

Ja, dat het zo niet voor mij werkte zag hij ook wel. Maar hij vond het totaal respectloos naar hem toe dat ik de neiging had om als een malloot naar die telefoon te rennen zo gauw die overging. We waren toch met een berichtje voor hem bezig?!

Nu werd ik boos; hoezo was ik een malloot als ik naar die telefoon zou rennen?! Zo werkte het bij mij nou eenmaal! En dat kon voor hem dan wel respectloos aanvoelen, daar was ik totaal niet mee bezig. Het was eerder een soort van Pavlov reactie; zo gauw ik een bliepje of belletje hoor, kijk ik of neem ik op.

Zo werkt het ook voor mijn eigen werk. Vrij storend ja inderdaad, maar het is nou eenmaal zo. ‘En als je mij om hulp vraagt voor het schrijven van een berichtje zou je wel wat meer respect mogen hebben voor mijn manier van werken, in plaats van me een malloot te noemen!’ Want vooral dat laatste stak me.

Ik pikte het verdomme niet meer om als een malle pietje weggezet te worden! Oke, ‘Malloot’ had ie niet moeten zeggen, zei Michael, maar het was gewoon irritant! Ik kon daar toch wat aan doen? Kennelijk vond ik het niet belangrijk genoeg om daar wat aan te veranderen.

Ik voelde een onmachtige woede opkomen en slingerde een pen door de kamer heen. Liever had ik de huistelefoon door de kamer heen gegooid, maar dat vond ik toch een beetje zonde. Ik heb bij zo’n onmachtig, onbegrepen gevoel altijd zo’n zin om iets kapot te maken!  Ik heb namelijk helemaal niet het idee dat ik hier iets aan kan doen!!!

Al heel mijn leven vind ik het heel frustrerend van mezelf dat ik zo snel alle kanten opvlieg en dat ik dingen eruit flap zonder erover na te denken en altijd overal te laat ben. Ik vond dat gedrag altijd al slecht en ergerlijk en heb duizenden keren geprobeerd om het te veranderen, maar dat lukte nooit echt.

Sinds nog maar kort ben ik dat anders gaan doen; ik heb besloten om mijn manier van doen te gaan omarmen. Dat het er met al zijn springerigheid  helemaal mag zijn. En daarom pik ik het niet meer als een ander me daarop afwijst en ‘klein’ maakt, zo voelt dat tenminste, dat heb ik immers zelf lang genoeg gedaan!

‘Mag je klein zijn’?, vraagt Michael? Ik voel weerstand, nee dat mag eigenlijk niet. Maar als mijn manier van doen belachelijk wordt gemaakt, gebeurt het wel dat ik me klein voel worden. En niet alleen klein maar ook dom en waardeloos. Ik laat het gevoel van waardeloosheid toe en wordt nog verdrietiger.

Ik besef dat ik al die jaren mezelf  ‘klein’ heb gemaakt door te geloven dat hoe ik de dingen deed niet goed was. En het is nog maar sinds kort dat ik begin in te zien dat er ook veel positieve kanten zitten aan mijn karakter.

Zo kan ik met wat ik eruit flapte mensen prikkelen tot nadenken en kan ik vol passie een verhaal vertellen en mensen daarin meenemen. Ook heb ik een ijzersterk geheugen wat handig is bij het begeleiden van cliënten en ben ik een goede luisteraar en vragensteller en kan ik uit een brei van informatie makkelijk de kern halen. En misschien kan ik soms dan wel onzeker en boos zijn, ik kan ook heel enthousiast en blij zijn.

Maar de belangrijkste is, en die ontroerde me echt toen ik dat zag, dat als ik ‘een tweede Michael’ was geweest -stabiel, rustig en introvert- hij helemaal niet op mij was gevallen. Dan hadden wij hier samen nooit gezeten. Want hij was juist op mijn ietwat afwijkende, extraverte, instabiele karakter gevallen en daardoor op mijn niet-saai zijn (terwijl ik regelmatig snak naar saaiheid). Eigenlijk vulden we elkaar dus perfect aan.

Ik vertel hem dit allemaal en zeg dat het omarmen van mijn ‘mallotige gedrag’ nog erg kwetsbaar voelt. Ik zie het voor me als een klein wit bloemetje dat net boven de grond is uitgekomen. En dat ik dat bloemetje als een leeuwin bescherm om ervoor te zorgen dat niemand het kapot zal trappen en dat ik daarom misschien wel iets te fel gereageerd had op zijn opmerking.

Michael zegt dat ik het niet hoef te beschermen, dat het veel sterker is dan ik denk. En ik voel dat hij gelijk heeft, want toen ik aan al die positieve eigenschappen van mijzelf dacht, voelde ik hoe dat bloemetje in één keer groter werd en ging stralen als een zonnetje.

Dus juist door mijn waardeloosheid te omarmen kon ik de kracht van mezelf zien en ervaren.

En toen was alles over en keek ik hem aan en zei: ‘En nu jij, waarom reageerde jij zo geïrriteerd op mijn gedrag? Waarom noemde je me een malloot?

En Michael sloot zijn ogen om te voelen hoe het zat en kwam er al snel op uit dat hij eigenlijk helemaal geen zin had gehad in dat LinkedIn berichtje. En dat hij eigenlijk elke seconde die hij daaraan moest besteden teveel vond. Dus was zijn ergernis meteen gewekt toen de telefoon ging, omdat hij wist dat het daardoor langer zou duren.

Maar niemand had gezegd dat hij dit perse moest doen en hij snapte zelf ook wel dat hij dit vooral zichzelf had opgelegd. Hij had het gedaan omdat hij dacht dat het belangrijk was voor onze praktijk, maar hij heeft een behoorlijke weerstand bij social- media en wordt vaak al chagrijnig bij voorbaat.

‘Ik heb liever dat je alleen de dingen doet die je echt leuk vindt om te doen in plaats van je frustratie op mij af te reageren’ zei ik. En hij begreep dat dit ook zijn weg was, om nog meer zijn eigen stroom te volgen en daar hoorde dat LinkeIn berichtje in ieder geval niet bij.

En we keken elkaar aan en begrepen dat het conflict wat we net hadden gehad, niets, maar dan ook niets met de ander te maken had. Maar alles met onze eigen processen. En is dat niet altijd zo bij een conflict? In wezen gaat het niet om de ander, maar altijd om jezelf.

Liefs! Petulia

Deze blog wordt geschreven door Petulia van Tiggelen. Samen met haar partner Michael Hulst begeleidt zij mensen met aanhoudende (pijn)klachten en zingevingsvraagstukken. Daarnaast ontwikkelde zij het opleidingstraject Bewust Creëren. Voor meer informatie zie de website The Present.nu

Goede voornemens

Ik ben niet zo van de goede voornemens, maar afgelopen week heb ik er toch één gemaakt; ik ga een heel jaar lang alleen nog maar dat kopen waar ik heel blij van wordt. Ik ga niet meer genoegen nemen met minder en dat geldt eigenlijk niet alleen voor spullen, maar voor alles.

Dit naar aanleiding van een nieuwe winterjas die ik had gekocht. Die was best leuk, maar toch niet de 9 of 10 (ik geef spullen, maar ook films, vrijpartijen en dagen, een cijfer) waarop ik had gehoopt. Oftewel, hij gaf mij niet het stralende, blije gevoel zoals mijn nieuwe nachtjapon, een donkerblauwe met een patroon van ijskristallen en schattige kleine knoopjes, mij wel gaf.

Waarom had ik die jas dan toch gekocht?

Ik vond dat ik een nieuwe winterjas nodig had, was er speciaal voor naar een bepaalde winkel gefietst. Ik wist dat ze daar kwalitatief veel goede winterjassen hadden, ze waren in de sale en deze vond ik de leukste die erbij zat. Punt.

Vervolgens kreeg ik thuis spijt, bracht ik hem terug en, je gelooft het of niet (hoewel de mensen die mij kennen zullen het wel geloven), heb ik hem daarna nog een keer gekocht…

Want thuis zonder die jas gingen mijn gedachten ermee aan de haal; ik had ondertussen al zoooooo veel jassen aangepast en zooooooo lang over elke jas getwijfeld en er zat dan wel geen 10 bij, maar het had me ondertussen wel al heel veel tijd gekost. Dat zou allemaal verspilde tijd zijn als ik er nu niet één zou kopen.

Dus toog ik opnieuw naar de stad (derde keer) en kocht de jas die ik net terug had gebracht, opnieuw. Want die jas was toch ook weer niet heel stom geweest, best leuk zelfs en heerlijk warm.

Michael vraagt; mag je ook tijd verspillen? Nee dus, eigenlijk niet. Tijd die ik besteed aan dralen en twijfelen voelt als zonde tijd en hoe langer ik dat doe, hoe groter de onvrede. Op een gegeven moment kan de onvrede over het niet maken van een keus zelfs echt ondragelijk gaan aanvoelen en dan moèt ik iets doen.

Maar waarom zolang twijfelen als het toch niet precies is wat ik wil? Dat heeft dan weer te maken met mijn hoofd. Dat heeft namelijk bedacht dat ik op dìe dag een nieuwe jas ga kopen. Ik heb daar tijd voor vrij gemaakt, ik heb mij daarop verheugd en dan moèt het ook zo gebeuren.

Ik neem dus genoegen met minder omdat anders de onvrede te pijnlijk is, besef ik ontzet.

Ik wil geen genoegen meer nemen met minder, alleen nog maar dat kopen waar ik echt heel blij van wordt. En of dat wel of niet praktisch is, duur of goedkoop, heeft er niks mee te maken. Ik besef dat ik eindeloos veel lijstjes in mijn hoofd heb zitten van stomme dingen die volgens mijn hoofd nog gekocht (of erger, nog gedaan) moeten worden. Heel vermoeiend. ‘Verbrand die lijstjes maar’, zegt Michael.

‘Ik ga geen water meer bij de wijn doen’, zeg ik. ‘Precies’ zegt Michael, ‘want met water erbij, smaakt je wijn gewoon niet meer lekker’. En eigenlijk geldt dit voor alles in mijn leven; ik wil niet met minder genoegen nemen, niet ‘polderen’. Niet op het gebied van mijn relatie, niet met vrienden, familie, niet met mijn werk en dus ook niet meer met spullen.  Wat overigens niet wil zeggen dat ik van mijn relatie, vrienden of familie alleen maar blij moet worden.

Maar het vraagt wel om een soort van eerlijkheid van mij, dat het goed blijft voelen, in beweging is. Zolang er beweging is, ook al is het moeilijk of weet ik niet waar het naartoe gaat, is het goed. En dat ik mag loslaten als het stagneert. Vooral dat laatste vind ik niet gemakkelijk.

‘Die jas moet je nu maar houden als een soort van reminder om je dit te blijven herinneren’ zegt Michael grappend. Ja inderdaad, al is het maar omdat ik niet voor de vierde keer naar die winkel terug wil. Maar vooral dus om te onthouden dat ik ook met niets naar huis mag gaan en dat ik dan kan dealen met mijn eigen onvrede daarover. Anders kan ik nooit voor het hoogst haalbare gaan en zal ik altijd met de middelmaat genoegen moeten nemen.

Kijken of dat mij een jaar lang lukt. Ben benieuwd, voelt in ieder geval nu al licht en uitdagend aan. En grappig genoeg zal het ook een hoop gedraal en gezeur (en dus tijd) schelen, want nu gaat mijn hoofd niet meer bepalen wat ik koop (of doe), maar mijn hart.

Liefs! Petulia

Deze blog wordt geschreven door Petulia van Tiggelen. Samen met haar partner Michael Hulst begeleidt zij mensen met aanhoudende (pijn)klachten en zingevingsvraagstukken. Daarnaast hebben zij het Opleidingstraject Bewust Creëren ontwikkeld. Voor meer informatie zie de website The Present.nu

Help, ik ben een perfectionist!

Tegenwoordig nemen we de groepsgesprekken van ons scholingstraject ‘Bewust Creëren’ op zodat de deelnemers deze later nog een keer kunnen terugluisteren. De één waardeert dit zeer en de ander heeft er niets mee.  Allemaal prima.

Toen ik laatst de opname van zo’n traject-dag terugluisterde vond ik daar iets van. Ik vond dat het verhaal wat ik zelf had verteld veel helderder en compacter had gekund. Mmm zo was ik er niet tevreden mee en ik wilde het zo eigenlijk ook niet doorsturen naar de deelnemers.

Irritant dat ik het zo omslachtig verteld had! Beter konden er een aantal zinnen uitgehaald worden. Ik pakte m’n kladblok en ging aan de slag met het precies opschrijven van welk zinnetje of woordje ik waar uit wilde hebben. Ik was daar zo een paar uur mee bezig.

Meestal monteren we dit soort van gesprekken niet, we snijden hooguit de voorkant en achterkant schoon voor een helder begin en duidelijk einde. Maar nu wilde ik er dus allerlei zinnetjes (en woordjes!) uit hebben. Ik probeerde dat er subtiel bij Michael doorheen te krijgen, hij bedient namelijk het audio-montage programma waarmee we werken.

Ik zei achteloos tegen hem dat er nog een paar zinnetjes uit mijn verhaal moesten. In eerste instantie ging hij daar in mee. Maar bij het derde zinnetje ging het fout; het zat veel te strak op de volgende zin en het was een heel gepriegel om het eruit te krijgen en opeens vroeg hij zich af; ‘waarom zijn we hier in godsnaam mee bezig?!’

Het was immers voor intern gebruik, iedereen had het al gehoord, vooruit één deelnemer niet, die was die dag afwezig geweest, maar er zouden er maar een paar dit gaan terugluisteren. Het was het werk niet waard, zo vond Michael.

Ik zag dat rationeel ook wel, maar gevoelsmatig ging het niet. Ik had nog 10 zinnetjes (en woordjes!!) op mijn kladblokje staan en die moesten er allemaal uit, zo vond ik.  Michael lachte me uit.

Daarop werd ik boos en zei fel dat het me helemaal niet kon schelen hoeveel mensen het zouden afluisteren, al was het er maar 1, het moest beter zijn voordat het doorgestuurd kon worden!

Nu was Michael’s interesse pas echt gewekt; ‘hoor je wat je zegt?’, zei hij. Ja ik hoorde het heus wel. En het klonk inderdaad niet goed, dus ik probeerde het direct anders te doen.

Ik zei zo lief mogelijk; ‘Ach gun me die paar zinnetjes nou. Ik weet zelf ook wel dat het belachelijk is, maar zo werkt mijn brein nou eenmaal. Weet je wat? We laten de moeilijke zinnetjes en de woordjes zitten en halen alleen nog een paar makkelijke zinnetjes eruit. Is zo gebeurd!’

Maar Michael zat al op een ander spoor. ‘Dit is jouw perfectionisme’ zei hij.  ‘En daar ga ik niet in mee. Blijf jij is bij wat je voelt in je lichaam, ga dat is waarnemen.’

‘Ja een andere keer misschien’, zei ik, maar nu had ik daar even geen zin in, eerst moesten die zinnetjes eruit.

Dat ging hij dus niet doen. ‘Dan doe ik het zelf wel!’, schreeuwde ik. ‘Ga je gang’, zei Michael. Maar ik wist dat ik het montageprogramma niet goed genoeg kende en dat het dan echt uren zou duren voordat de zinnetjes eruit waren.

Hij had natuurlijk gelijk. Dit ging om mijn perfectionisme. Rationeel gezien was het absurd om zoveel tijd en moeite te willen steken in het goed maken van iets wat bedoeld was als naslagwerk voor intern gebruik.

En toch was dit wat ik wilde!

Oké dan, knarsetandend ging ik voelen wat deze drang naar perfectionisme allemaal in mij teweeg bracht. Als eerste voelde ik een enorme woede opkomen. Ik had zin om Michael in elkaar te slaan, hij stond immers mijn ‘goed genoeg zijn’ in de weg. Oké nu wist ik waar het om ging, om ‘niet goed genoeg zijn’.

‘Mag dat er zijn? Mag je niet goed genoeg zijn?’ Vroeg Michael.

Ik snapte nu waarom ik had geprobeerd om mij in allerlei bochten te wringen om mijn zin te krijgen, want het doorvoelen van ‘niet goed genoeg zijn’ was extreem pijnlijk. Die zinnetjes moesten er echt uit! Dan pas zou ik weer goed genoeg zijn.

Toen flitste er een beeld door mij heen. Iets wat ik ooit ergens gelezen had over een primitieve stam van lang geleden. Het stamhoofd van die stam had een heel gruwelijk overgangsritueel naar volwassenheid voor de jonge jongens van zijn stam. Ze werden door twee vertrouwelingen van het stamhoofd boven een meters diepe put gehouden en het stamhoofd besliste door zijn duim naar beneden of omhoog te doen of de jongen wel of niet losgelaten zou worden.

Het stamhoofd besliste dat op basis waarvan hij dacht dat ze trouw zouden zijn aan hem. Jongens waarbij hij daar aan twijfelde liet hij zonder pardon in de put vallen. En dan was je natuurlijk niet meteen dood, zo had mijn hoofd bedacht. Het moet vast een langzame, afschuwelijke dood zijn geweest. Met gebroken botten, op lijken van anderen.

Dit ritueel flitste dus door mij heen terwijl ik het ‘niet goed genoeg zijn’ aan het doorvoelen was. Ik vertelde het aan Michael en hij zei; ‘zie je dat je beide bent?’

‘Je bent zowel het stamhoofd dat beslist over leven en dood, als het slachtoffer wat in de put wordt gegooid.’

Ik zag dat hij gelijk had. Zo had ik er nog nooit naar gekeken; ik was niet alleen het slachtoffer dat ‘niet goed genoeg was’ en dus in de put gegooid moest worden, maar ook het barbaarse stamhoofd! Ik gooide mezelf in die put! Er was immers niemand anders die van mij verlangde om die zinnetjes uit dat verhaal te halen. Ik deed het mezelf aan!

En nu ik beide kanten zo helder zag, de verwoestende barbaarsheid van mijn perfectionisme en het slachtoffer dat ik daarvan was, werd alles rustiger. Ik was beide, zowel dader als slachtoffer.

We stuurden het groepsgesprek op zonder het verder aan te passen. Dat voelde nog steeds niet heel fijn, maar toch ook niet meer zo verschrikkelijk als hiervoor. Alsof de filter van perfectionisme weggevallen was en ik alles meer in proportie kon zien.

Ben benieuwd wat deze ervaring voor mijn perfectionisme in de toekomst gaat betekenen. 😉

Liefs! Petulia.

Deze blog wordt geschreven door Petulia van Tiggelen. Samen met haar partner Michael Hulst begeleidt zij mensen met aanhoudende (pijn)klachten en zingevingsvraagstukken. Daarnaast begeleiden zij het groepstraject Bewust Creëren dat gericht is op persoonlijke ontwikkeling. Voor meer informatie zie de website The Present.nu

De dag waarop van alles misging

Michael kwam thuis met de mededeling; ‘het was zo’n dag’. En daarmee bedoelde hij een dag waarop van alles misging.

Het was al begonnen bij de yogales van die ochtend, daar was iets niet helemaal lekker verlopen. Daarna was er een onverwacht gesprekje geweest over iets wat ik gedaan had en waar iemand niet blij mee was geweest.

Michael wist hier niks vanaf, maar had toch het gevoel mij te moeten verdedigen, te ‘redden’ zogezegd. Dat was niet nodig geweest, dat besefte hij later ook wel, maar het was zijn eerste reactie geweest.

Nog voordat dat gesprek goed en wel was afgerond stond er alweer iemand voor de deur voor een consult. Gelukkig lukte het hem om om te schakelen. Daarna nog een cliëntgesprek en toen een half uur pauze voor de volgende yogales.

Hij ging naar het toilet, deed gedachteloos de deur op slot en vervolgens viel een deel van het slot eruit…

Daar zat hij dan, opgesloten in de piepkleine ruimte van het composttoilet. Het was er snikheet en de eerstvolgende mensen zouden er dus pas over een half uur zijn. Die zou hij dan vanuit het toilet moeten roepen…

Paniek overviel hem. Hij begon met zijn schouder tegen de stevige houten deur aan te beuken, maar de deur hield het prima. Hij kon natuurlijk ook geen aanloop nemen, daarvoor was de ruimte te klein.

Hij stopte pas toen zijn schouder en ribben wel erg gevoelig werden. Toen zag hij dat het asje van het slot, ietsje naar voren was gekomen. Hij begon zachtjes tegen de deur te tikken, waardoor wonderbaarlijk genoeg het asje weer op zijn plek viel. Zo kon het slot er weer in en de deur open.

De yogales die erop volgde was vooral een pijnlijke. Bij thuiskomst is zijn arm gezwollen en doet zijn linkerflank al pijn als ik hem zachtjes aanraak. Zijn ribben lijken gekneusd.

Het was dus zo’n dag…

De volgende dag heeft hij een consultgesprek met een man die veel moeite heeft met zich kwetsbaar opstellen. Hij mag niet hulpeloos zijn van zichzelf. Hulpeloosheid is zwak. Michael vertelt hem over zijn vastzitten in het toilet en dat hij zich daar ook hulpeloos bij had gevoeld en dat dat van hem ook niet had gemogen.

Dat beseft hij eigenlijk nu pas echt goed.

Wow, dat werpt voor Michael een heel nieuw licht op het toiletincident. De volgende dag gaat hij tijdens zijn ochtend meditatie het gevoel van onmacht, wat het vastzitten had opgeroepen, verder doorvoelen. En hij ziet dat het vermijden van onmacht veel vaker in zijn leven voorkomt.

Zo is hij bijvoorbeeld op een vliegveld graag ruim op tijd om de onmachtige situatie van het missen van een vlucht te voorkomen. Hij wil geen risico’s nemen.

Ook met hulp vragen heeft hij moeite, want hij wil zich niet hulpeloos voelen. Zo ploetert hij zich door het zelf bouwen van websites heen zonder hulp te vragen. Zich telkens boos makend als iets niet lukt en net zolang doorgaand totdat het wel lukt.

Dit doorzettingsvermogen wordt door mensen als goed en knap gezien en dat is het ook wel, ware het niet dat het in werkelijkheid gaat om niet kwetsbaar mogen zijn. Net als de man van dat consultgesprek moet hij altijd sterk zijn.

In de weken erna ziet hij nog veel vaker waar hij allemaal ‘sterk’ in moet zijn. Het is verbijsterend vaak.

Altijd ‘sterk’ moeten zijn, zo weet hij, gaat over de angst om ‘zwak’ te zijn. En met de pijn in zijn ribben ter herinnering gaat hij gevoelens van onmacht verder toelaten.

Het stilstaan bij onmacht en het doorvoelen ervan, zorgt ervoor dat hij zich steeds kwetsbaarder mag opstellen. Mensen mogen hem ook niet aardig vinden, hij hoeft niemand ‘te redden’ en er hoeft niets opgelost te worden.

Zo laat hij zijn angst voor zwak zijn los, gaat zijn hart meer open, wordt hij zachter en…. wint aan kracht. En daarmee werd de dag waarop van alles mis ging een hele waardevolle dag.

Deze blog wordt geschreven door Petulia van Tiggelen. Samen met Michael Hulst begeleidt zij mensen met onbegrepen (pijn)klachten en zingevingsvraagstukken. Daarnaast organiseren zij groepstrajecten die gericht zijn op persoonlijke ontwikkeling. Voor meer informatie zie de website The Present.nu

Het lukt me niet om me aan te passen!

Laat in de avond kom ik met mijn dochter teruggereden vanuit Frankrijk. We zijn 7 dagen op een theatercamping geweest en 3 dagen in Parijs. Eenmaal thuis zit ik nog vol adrenaline, ik heb Michael 10 dagen niet gezien en wil hem een heleboel vertellen. Het is half vier voordat we slapen.

De volgende dag ben ik wazig van vermoeidheid. Logisch denk ik. De vakantie was intensief en grote afstanden rijden in mijn eentje bevalt me steeds minder. Het opruimen van de kampeerspullen komt me voor als een mega klus, ik doe het heel langzaam in etappes. Avonds lig ik al om 8 uur op de bank te slapen.

Ook de dag erop ben ik nog erg moe, ik kom maar niet op gang. Voel me leeggetrokken.

In alles merk ik dat Michael wel goed in zijn energie zit. Hij is in Engeland naar zijn dochter en kleinkinderen geweest en is een paar dagen voor ons thuisgekomen. Hij heeft 3 volle zakken met oude kleren weggebracht, de heg gesnoeid, 6 nieuwe schilderijen geschilderd en de koelkast gevuld met wat hij lekker vindt (veel groente en fruit). Het huis is schoon en opgeruimd.

We willen vertrekken naar ons huisje in Ermelo, maar ik blijf extreem moe. Het lukt me nauwelijks om me tas in te pakken. Michael begint zich te irriteren aan mijn wazigheid. Ik word er huilerig van.

Tijd om te onderzoeken wat er precies aan de hand is. We gaan er samen voor zitten.

‘Hoe was het in Parijs?’, vraagt Michael. Het was goed en leuk, hoewel ook heel vermoeiend. Ik had tot het uiterste gebruik willen maken van de tijd die we hadden en was de laatste dag pas laat in de middag uit Parijs weggereden. ‘Wat deden jullie die laatste dag?’ vraagt hij.

We waren gaan winkelen. Iets waar ik absoluut geen zin in had maar wat ik wel aan mijn 16 jarige dochter beloofd had. We gingen steppend naar een grote winkelstraat. Dat steppen was veel leuker dan ik verwacht had, maar zodra ik die winkelketens zag werd ik weer chagrijnig.

Mijn dochter zag een winkel waar ze heel graag naartoe wilde. Oké, vooruit dan, we zouden naar die ene grote winkel gaan en daarna naar een winkelgebied met kleine, knusse straatjes. Dat had ik uitgezocht. ‘Het was dus een soort van handje klap’,  zei Michael. ‘Ik ga mee naar jouw winkel als jij daarna meegaat naar mijn winkeltjes.’ ‘Precies’, zei ik, dat was het.

En ondanks deze deal werd ik alsmaar bozer. Ik begon te foeteren tegen mijn dochter over hoe stom ik zo’n grote winkelstraat wel niet vond. Dat wist zij natuurlijk allang, en ze probeerde het optimistisch te houden.

Waarom lukte het me niet om me te voegen?, vroeg ik me af. Waarom kon ik haar dat winkelen in die grote winkelstraat nou niet gunnen? Ik voel me verdrietig worden. We hadden daarvoor toch ook al 2 dagen gedaan wat ik wilde?

Oooo wat erg! Ik voel me slachtoffer worden van mezelf. Het lukte me dus niet om me aan te passen, zelfs niet voor even! Verstandelijk zou ik het willen, dat ik uit liefde voor mijn dochter me een paar uur kon aanpassen, maar dat lukte me dus echt niet!

‘Nee dat lukt jou dus niet, hoe voelt dat?’, vraagt Michael. Het voelt heel verdrietig en alleen, heel erg alleen. Ik voel me in het donker ronddwalen. Ik zou het zo graag willen; me kunnen voegen naar een ander .‘Maar niet echt’, zegt Michael. Nou kennelijk niet echt, maar zo voelt het niet. Het voelt onmachtig.

Ik besef dat ik mijn dochter ook nog een schuldgevoel bezorgde, want zij merkte heel goed dat ik iets deed wat ik niet echt wilde doen en zij ging erg haar best doen om het leuk te houden. En na die grote winkel zijn we heus nog wel op zoek gegaan naar die leuke, knusse winkelstraatjes van mij, maar we konden ze in eerste instantie niet vinden en toen we ze uiteindelijk wel vonden waren we allebei doodmoe. En toen moest ik nog terugrijden..

Ik moet zoiets dus niet meer doen, besluit ik. Ik moet me niet aanpassen aan het plan van een ander, hoezeer ik het iemand ook zou gunnen. Ik word er een chagrijnig en vervelend mens van en put mezelf èn de ander uit.

‘Je hebt vanuit je verstand geprobeerd om zowel haar ding te doen als het jouwe en bij beide was je niet echt aanwezig. Je hebt geen duidelijke keus gemaakt en het heeft je totaal uit balans getrokken’, zegt Michael. ‘Klopt’, zeg ik; ‘ik heb beide half gedaan en ben erop leeggelopen.’

Nu ik dit allemaal zo helder overzie, word ik rustiger en direct ook minder moe. ‘Het gaat dus om het maken van de juiste keus, maar van waaruit maak je die keus? Michael zegt; ‘Als je die keus zou maken vanuit je hart. Als je jezelf vanuit je hart had afgevraagd; Moet ik in deze grote winkelstraat zijn? Wat was dan je antwoord geweest?’

Ik ga naar mijn hartgebied waar ik nu gemakkelijk bij kan komen en het gekke is dat ik kan voelen dat het antwoord ‘ja’ geweest zou zijn. En ik weet ook meteen waarom. Niet omdat ik winkelen zo leuk vind, want dat vind ik niet, maar voor mijn dochter. Ik zou haar de ervaring willen geven dat ik haar ‘wil’ zou volgen.

Net als met die stepjes eigenlijk, daar ging ik ook niet in mee omdat ik zo graag wilde steppen, maar omdat zij het zo graag wilde. Haar ‘wil’ wordt niet zo snel gehoord, niet door mij en niet door anderen.

En met deze ‘ja’ vanuit mijn hart zou ik heel anders in die winkelstraat gestaan hebben. Ik zou het een interessant experiment gevonden hebben om haar te volgen en zelf 0 regie te nemen. Kijken wat er dan zou gebeuren, of er iets zou gebeuren.

Ik zou daar vanuit een totaal ander, veel breder perspectief aanwezig zijn geweest. Maar daarvoor had ik wel de letterlijke situatie, die van het winkelen, moeten ontstijgen. En hoe ontstijg je die? In ieder geval niet door een verstandelijke deal te maken in de trend van; als ik meega met jouw zin, doen we daarna mijn zin.

Die deal, waarvan ik dacht dat ik die vanuit liefde voor mijn dochter maakte, ging helemaal niet over liefde, maar over een ego wat graag aardig gevonden wilde worden en in ruil voor die aardigheid ook nog zijn eigen zin wilde krijgen.

Wat wel had geholpen was als ik bij mijn boosheid stil was blijven staan. En dat ik de boosheid in mijn lichaam had waargenomen, net zolang totdat het rustiger in mij was geworden. Pas dan had ik de mogelijkheid gehad om mijn hart te bereiken en een andere keus te maken.

Wil jij ook leren hoe je gemakkelijker je hart kan bereiken om zo werkelijk vrije keuzes te maken? Start met het opleidingstraject; Bewust Creëren. Een persoonlijk ontwikkeltraject waarin je je losmaakt van oude patronen, vastgezette overtuigingen en onbewuste emoties. Bewandel je pad met meer bewustzijn, helderheid en eigen regie.

Module 1 start vrijdag 20 oktober 2023.  Bel of mail ons gerust voor meer informatie.

Deze blog wordt geschreven door Petulia van Tiggelen. Samen met Michael Hulst begeleidt zij mensen met onbegrepen chronische pijnklachten, zingevingsvraagstukken en relatietherapie. Daarnaast organiseren zij groepstrajecten die gericht zijn op persoonlijke ontwikkeling. Voor meer informatie zie de website The Present.nu

wie ben ik

Wie ben ik?

Het is zondagochtend en we zijn in ons huisje in Ermelo. Michael komt terug in bed nadat hij vroeg in de ochtend heeft gemediteerd. ‘Lekker warm ben je’ zegt hij terwijl hij tegen me aankruipt en ik vind hem lekker koud want ik heb het inderdaad erg warm, sinds de overgang is dat wel vaker zo 😉

Zoals gewoonlijk vraag ik waar zijn meditatie over ging? ‘Het was interessant’, zegt hij, ‘vaak heb ik de vraag gesteld; wie ben ik? En eigenlijk kwam daar nooit echt wat uit.

Natuurlijk, er kwamen verhalen langs en gevoelens en soms sensaties en dan zag ik dat ik dat allemaal niet was. Maar als al die dingen steeds meer wegvallen, dan verwacht je wel wat meer vuurwerk. Of in ieder geval verwacht je een bepaald lekker licht gevoel of dat er iets speciaals gebeurt en als dat dan niet komt dan is dat best frustrerend.

Het voelt nutteloos, zo van, waar doe ik het voor? Er komt toch nooit wat uit. En toen stopte ik met het stellen van die vraag en daarmee liet ik het zoeken naar een antwoord los.

Toen kwam de vraag omhoog; wie is het eigenlijk die hier zo hard aan het zoeken is? En ik besefte dat dat nog een deel van het ‘ik’ is. Een deel dat verlichting wil, sensatie, rust en kalmte, leuke dingen wil meemaken. En door zo hard te zoeken, wordt juist dat stukje overgeslagen, het stukje dat zoekt!

Dus toen richtte ik me op datgene dat zoekt.

‘En wat kwam daar uit?’, vraag ik.
‘Niks’, zegt Michael. ‘Alleen een intense waarneming en een besef dat we allemaal op onze eigen manier met ‘verlichting’ bezig zijn.’

Dat doen we via eten of drank, of drugs, of met sporten of werken of door proberen van waarde te zijn. We proberen allemaal om het lichter of leuker of fijner te hebben ook al is het maar van korte duur.

En mensen die spiritueel bezig zijn, zijn ook op zoek. Naar iets moois, iets bijzonders, een mystieke ervaring, voldoening. Maar ik besef nu; het is allemaal bull-shit. Omdat degene die zoekt het probleem is!

Zo kan er nooit echt iets gevonden worden, want degene die zoekt gaat het nooit vinden. Degene die zoekt creëert alleen maar ellende, want die gaat dat doen ten koste van een ander of van zichzelf.

Daarna komen we erachter dat de spierpijn in zijn buik waar hij nu al een paar dagen last van heeft, hiermee te maken heeft. Hij heeft die spier verrekt tijdens het doen van een yogaoefening waarbij hij tot het uiterste ging om zich op te strekken.

‘Dat voelde op dat moment goed, hoor,’ zegt hij. ‘Ik voelde toen opeens dat ik verder kwam.’
‘Maar vaak zeg je juist het omgekeerde’, zeg ik, ‘dat je juist niet tot het uiterste moet gaan, niet over je grens heen.’
‘Je mag er ook wel eens overheen’, zegt hij. Maar dat heeft wel gevolgen. Dat zijn ook lessen, hè.’

Zo is de les van vandaag dat door de focus zo sterk te leggen op verder willen komen je voorbij gaat aan waar het werkelijk om gaat, net zoals hij de vraag bleef stellen ‘wie ben ik?’ en focuste op het resultaat. Wie is degene die verder wil komen, wie is degene die zoekt?

Die is het probleem en staat het werkelijk verder komen in de weg of misschien is er wel geen ‘verder komen’, in ieder geval zorgt ie nu voor spierpijn.

Deze blog wordt geschreven door Petulia van Tiggelen. Samen met Michael Hulst begeleidt zij mensen met onbegrepen chronische pijnklachten, zingevingsvraagstukken en relatietherapie. Daarnaast organiseren zij groepstrajecten die gericht zijn op persoonlijke ontwikkeling. Voor meer informatie zie de website The Present.nu

CONTACT

Michael Hulst
info@michaelhulst.nl
06 33788976

Vestigingslocatie:
Emmaweg 86
1241 LJ Kortenhoef (nabij Hilversum)

Back To Top