Ik had een paar dagen geleden aan Michael gevraagd of hij een berichtje wilde re-posten op zijn LinkdIn. Het was een stukje uit een oud interview met hem en het zou leuk zijn als het behalve op mijn account ook op zijn LinkdIn account zou staan.
Hij schreef het op zijn to-do lijst en had er duidelijk geen zin in. Vandaag vroeg hij of ik wilde meekijken naar wat hij er dan bij moest zetten. We gingen er samen voor zitten en waren net bezig met een paar persoonlijke regels tekst, toen de huistelefoon afging.
De huistelefoon is de vaste telefoonlijn en mijn instinctieve reactie is om deze direct op te nemen. Eigenlijk bellen alleen mijn kinderen en ouders nog via deze lijn en bovendien ben ik nog van de generatie die sowieso altijd automatisch de telefoon opneemt als die overgaat (dat is bij mijn kinderen wel anders…).
Maar Michael zei: ‘je hoeft niet op te nemen, hè’. En dus bleef ik zitten. Vervolgens herhaalde hij het nog 3 keer want hij zag me zenuwachtig naar het toestel kijken. Nee, dacht ik, dat hoeft dus niet, maar het leidt wel af!
Eigenlijk had ik gehoopt dat na 4 keer overgaan het antwoordapparaat aan zou gaan en ik zou horen dat het om een niet dringende boodschap ging, maar kennelijk stond deze uitgeschakeld en de telefoon bleef maar overgaan.
Uiteindelijk liep ik toch naar het toestel toe, pakte hem op en tuut, tuut, tuut, de verbinding werd net verbroken… Ook kon ik niet meer zien wie er gebeld had.
Ik liep terug naar Michael en zei geïrriteerd: ‘Dit werkt dus niet. Ik had beter meteen die telefoon kunnen oppakken, dan had ik direct geweten of het iets dringends was en als het niet dringend was geweest zou ik gezegd hebben dat ik later terug zou bellen en dan zouden we nu al klaar zijn geweest met dat stomme LinkedIn bericht!’ Want dat was nu nog steeds niet af.
Ja, dat het zo niet voor mij werkte zag hij ook wel. Maar hij vond het totaal respectloos naar hem toe dat ik de neiging had om als een malloot naar die telefoon te rennen zo gauw die overging. We waren toch met een berichtje voor hem bezig?!
Nu werd ik boos; hoezo was ik een malloot als ik naar die telefoon zou rennen?! Zo werkte het bij mij nou eenmaal! En dat kon voor hem dan wel respectloos aanvoelen, daar was ik totaal niet mee bezig. Het was eerder een soort van Pavlov reactie; zo gauw ik een bliepje of belletje hoor, kijk ik of neem ik op.
Zo werkt het ook voor mijn eigen werk. Vrij storend ja inderdaad, maar het is nou eenmaal zo. ‘En als je mij om hulp vraagt voor het schrijven van een berichtje zou je wel wat meer respect mogen hebben voor mijn manier van werken, in plaats van me een malloot te noemen!’ Want vooral dat laatste stak me.
Ik pikte het verdomme niet meer om als een malle pietje weggezet te worden! Oke, ‘Malloot’ had ie niet moeten zeggen, zei Michael, maar het was gewoon irritant! Ik kon daar toch wat aan doen? Kennelijk vond ik het niet belangrijk genoeg om daar wat aan te veranderen.
Ik voelde een onmachtige woede opkomen en slingerde een pen door de kamer heen. Liever had ik de huistelefoon door de kamer heen gegooid, maar dat vond ik toch een beetje zonde. Ik heb bij zo’n onmachtig, onbegrepen gevoel altijd zo’n zin om iets kapot te maken! Ik heb namelijk helemaal niet het idee dat ik hier iets aan kan doen!!!
Al heel mijn leven vind ik het heel frustrerend van mezelf dat ik zo snel alle kanten opvlieg en dat ik dingen eruit flap zonder erover na te denken en altijd overal te laat ben. Ik vond dat gedrag altijd al slecht en ergerlijk en heb duizenden keren geprobeerd om het te veranderen, maar dat lukte nooit echt.
Sinds nog maar kort ben ik dat anders gaan doen; ik heb besloten om mijn manier van doen te gaan omarmen. Dat het er met al zijn springerigheid helemaal mag zijn. En daarom pik ik het niet meer als een ander me daarop afwijst en ‘klein’ maakt, zo voelt dat tenminste, dat heb ik immers zelf lang genoeg gedaan!
‘Mag je klein zijn’?, vraagt Michael? Ik voel weerstand, nee dat mag eigenlijk niet. Maar als mijn manier van doen belachelijk wordt gemaakt, gebeurt het wel dat ik me klein voel worden. En niet alleen klein maar ook dom en waardeloos. Ik laat het gevoel van waardeloosheid toe en wordt nog verdrietiger.
Ik besef dat ik al die jaren mezelf ‘klein’ heb gemaakt door te geloven dat hoe ik de dingen deed niet goed was. En het is nog maar sinds kort dat ik begin in te zien dat er ook veel positieve kanten zitten aan mijn karakter.
Zo kan ik met wat ik eruit flapte mensen prikkelen tot nadenken en kan ik vol passie een verhaal vertellen en mensen daarin meenemen. Ook heb ik een ijzersterk geheugen wat handig is bij het begeleiden van cliënten en ben ik een goede luisteraar en vragensteller en kan ik uit een brei van informatie makkelijk de kern halen. En misschien kan ik soms dan wel onzeker en boos zijn, ik kan ook heel enthousiast en blij zijn.
Maar de belangrijkste is, en die ontroerde me echt toen ik dat zag, dat als ik ‘een tweede Michael’ was geweest -stabiel, rustig en introvert- hij helemaal niet op mij was gevallen. Dan hadden wij hier samen nooit gezeten. Want hij was juist op mijn ietwat afwijkende, extraverte, instabiele karakter gevallen en daardoor op mijn niet-saai zijn (terwijl ik regelmatig snak naar saaiheid). Eigenlijk vulden we elkaar dus perfect aan.
Ik vertel hem dit allemaal en zeg dat het omarmen van mijn ‘mallotige gedrag’ nog erg kwetsbaar voelt. Ik zie het voor me als een klein wit bloemetje dat net boven de grond is uitgekomen. En dat ik dat bloemetje als een leeuwin bescherm om ervoor te zorgen dat niemand het kapot zal trappen en dat ik daarom misschien wel iets te fel gereageerd had op zijn opmerking.
Michael zegt dat ik het niet hoef te beschermen, dat het veel sterker is dan ik denk. En ik voel dat hij gelijk heeft, want toen ik aan al die positieve eigenschappen van mijzelf dacht, voelde ik hoe dat bloemetje in één keer groter werd en ging stralen als een zonnetje.
Dus juist door mijn waardeloosheid te omarmen kon ik de kracht van mezelf zien en ervaren.
En toen was alles over en keek ik hem aan en zei: ‘En nu jij, waarom reageerde jij zo geïrriteerd op mijn gedrag? Waarom noemde je me een malloot?
En Michael sloot zijn ogen om te voelen hoe het zat en kwam er al snel op uit dat hij eigenlijk helemaal geen zin had gehad in dat LinkedIn berichtje. En dat hij eigenlijk elke seconde die hij daaraan moest besteden teveel vond. Dus was zijn ergernis meteen gewekt toen de telefoon ging, omdat hij wist dat het daardoor langer zou duren.
Maar niemand had gezegd dat hij dit perse moest doen en hij snapte zelf ook wel dat hij dit vooral zichzelf had opgelegd. Hij had het gedaan omdat hij dacht dat het belangrijk was voor onze praktijk, maar hij heeft een behoorlijke weerstand bij social- media en wordt vaak al chagrijnig bij voorbaat.
‘Ik heb liever dat je alleen de dingen doet die je echt leuk vindt om te doen in plaats van je frustratie op mij af te reageren’ zei ik. En hij begreep dat dit ook zijn weg was, om nog meer zijn eigen stroom te volgen en daar hoorde dat LinkeIn berichtje in ieder geval niet bij.
En we keken elkaar aan en begrepen dat het conflict wat we net hadden gehad, niets, maar dan ook niets met de ander te maken had. Maar alles met onze eigen processen. En is dat niet altijd zo bij een conflict? In wezen gaat het niet om de ander, maar altijd om jezelf.
Liefs! Petulia
Deze blog wordt geschreven door Petulia van Tiggelen. Samen met haar partner Michael Hulst begeleidt zij mensen met aanhoudende (pijn)klachten en zingevingsvraagstukken. Daarnaast ontwikkelde zij het opleidingstraject Bewust Creëren. Voor meer informatie zie de website The Present.nu